Spring naar content

Historie

Eerste crematie in Nederland

In april 1914 vond de eerste crematie plaats. Het was de crematie van de arts dr. C.J. Vaillant die plaatsvond in het Crematorium Westerveld in Velsen (Noord Holland). Cremeren is zo oud als de mensheid. In de Bronstijd werden al urnen in hunebedden bijgezet. Ook in de Romeinse tijd, rond het begin van onze jaartelling, was cremeren de meest gebruikelijke wijze van lijkbezorging. In heel Nederland zijn overblijfselen gevonden van brandkuilen waarin overledenen werden verast.

Crematieverbod

Dat aanvankelijk het begraven in de eerste eeuwen na Christus meer gangbaar werd, had een eenvoudige reden: het hout werd schaars. Vanaf Karel de Grote werd in het Westen echter begraven gemeengoed; als christelijke vorst verbood hij (in 785) het cremeren zelfs vanwege het heidense karakter. Zo bleef begraven de volgende elf eeuwen de enige manier van lijkbezorging. Lang bestond er uit geloofsovertuiging veel tegenstand tegen cremeren. Door de dode te begraven in plaats van te verbranden, ‘bleef het lichaam intact en stond niets de wederopstanding en het eeuwige leven in de weg’.

Voorstanders crematie

Rond 1850 gingen in West-Europa voorstanders van crematie zich organiseren. Ze kregen steun van de medische wereld, die vanwege hygiëne en ruimtegebrek de voorkeur gaf aan crematie. De Nederlandse wet stond lijkverbranding niet toe. In Frankrijk, Italië en Duitsland was cremeren echter al wel mogelijk. Zo werd de Nederlandse schrijver Eduard Douwes Dekker (Multatuli) in Gotha (Duitsland) gecremeerd. Voor zover bekend, is hij de eerste Nederlander die gecremeerd werd. Zijn as werd later bijgezet in het Gedenkpark Westerveld.

Eerste crematorium in 1913 – eerste crematie in 1914

In 1874 werd ‘De Vereeniging tot invoering der Lijkverbranding in Nederland’ opgericht, later de Koninklijke Facultatieve. Deze Vereniging had als doel cremeren in Nederland mogelijk te maken en liet daarom in 1913 in de gemeente Velsen (Noord-Holland) een crematorium bouwen: Crematorium Westerveld, het eerste in Nederland. In april 1914 vond hier de eerste crematie plaats. Het was de crematie van de Schiedamse arts dr. C.J. Vaillant, oud-bestuurslid van ‘de Facultatieve’. Voor het In Memoriam van Dr. C.J. Vaillant in het ‘Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde’ uit 1914 klikt u hier.

Op 27 maart 1914 overlijdt te Schiedam, op 95 jarige leeftijd, Dr. C.J. Vaillant. De hoogbejaarde dokter was in september van het jaar daarvoor nog persoonlijk aanwezig geweest bij de opening van het eerste crematorium in Nederland (Westerveld te Velsen).

Dr. Vaillant was in 1874 een van de oprichters van de Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding (thans Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie) en tot 1898 bijna voortdurend lid van het hoofdbestuur. Hij was voorstander van crematie vanwege de hygiëne, de piëteit en vooral vanwege het vrijheidsbeginsel. Naar aanleiding van de opening van het crematorium op 27 september 1913, wordt in het blad van de vereniging “Berichten en Mededeelingen” de aanwezigheid van Dr. Vaillant als volgt beschreven: “Staande voor den lijkoven, gaf hij zijn vreugde te kennen de plaats nog te aanschouwen, waar hij hoopte dat zijn stoffelijk overschot op Vaderlandsche grond zou worden verascht”. Tot dat moment werden Nederlanders gecremeerd in Duitsland, zoals bijvoorbeeld de schrijver Multatuli (E. Douwes Dekker) in Gotha. Bij testament laat Dr. Vaillant vastleggen dat hij, hoewel de Nederlandse Wet daartoe op dat moment geen mogelijkheden biedt, na zijn overlijden in het Crematorium te Velsen gecremeerd wenst te worden. Op 1 April 1914, om 16.50 uur wordt het lichaam van Dr. C.J. Vaillant ingevoerd in de crematieoven. Om 18.30 uur was het proces voltooid, waarna om 19.10 uur de as uit de oven werd genomen. De crematie had 120 liter olie verbruikt. Al deze gegevens zijn nauwkeurig bijgehouden op het formulier van het crematorium, dat als crematienummer het nummer “ 1 “ draagt. Dr. C.J. Vaillant heeft als eerste gecremeerde in Nederland de toon gezet voor een vorm van lijkbezorging, welke vandaag gekozen wordt door meer dan 60% van onze bevolking.)

De bouw van nieuwe crematoria ging vervolgens – hand in hand met het wettelijk regelen van cremeren – niet heel erg snel. Dit had alles te maken met de acceptatie van deze ‘nieuwe’ vorm van lijkbezorging. Zo werd ‘pas’ veertig jaar na het eerste crematorium, in 1954 een tweede crematorium gebouwd (in het Gelderse Dieren). Een jaar later werd cremeren pas voor het eerst onder strénge voorwaarden in de wet geregeld. Het derde crematorium (in Groningen) werd in 1962 gebouwd. Het duurde vervolgens tot 1968 voordat in de Wet op de Lijkbezorging cremeren gelijkgesteld werd aan begraven.

In 1988 waren er in ons land 32 crematoria die sámen ruim 51.000 crematies verzorgden. Zo’n veertig procent van alle overledenen werd in die tijd gecremeerd. Ook werd in 1988 de Landelijke Vereniging van Crematoria (LVC) opgericht, een brancheorganisatie die in veel gevallen optreedt als spreekbuis van de crematoria. In 2003 werden in ons land voor het eerst meer overledenen gecremeerd dan begraven (circa 72.000). Anno 2023 kiest ruim 68 procent voor crematie en zijn er in ons land meer dan 110 crematoria. Oók is er sinds de eerste crematie in 1914 op het gebied van dienstverlening en (wettelijke) mogelijkheden rondom een crematieplechtigheid veel veranderd. Plechtigheden worden persoonlijker en de mogelijkheden die nabestaanden hebben om een bestemming aan de as te geven zijn enorm. De crematoria bieden hiervoor tal van mogelijkheden om te gedenken.